Corona; overmacht, opschorting en ontbinding van overeenkomsten

Sinds donderdag is de strijd tegen het coronavirus in een nieuwe fase terecht gekomen en dit heeft grote gevolgen voor diverse ondernemers. Leveringsproblemen, annuleringen en opzeggingen plaatsen ondernemers voor de juridische vraag: wat zijn mijn rechten. In dit artikel een overzicht van de civiele gevolgen rond het coronavirus.

Corona en wanprestatie

Wanneer je een afspraak/overeenkomst niet nakomt, pleeg je wanprestatie. Iedere tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij er sprake is van overmacht (‘force majeure’). Bij overmacht kan de tekortkoming de schuldenaar niet worden toegerekend (ex artikel 6:75 BW).

Corona, een overmachtssituatie?

In overeenkomsten of algemene voorwaarden kunnen partijen verder uitwerken wat (onder meer) onder overmacht wordt verstaan. Bij het antwoord op de vraag “wat zijn mijn rechten”, zal je eerst de gesloten overeenkomst erbij moeten pakken.

Wanneer er sprake is van overmacht, kan van de schuldenaar in beginsel géén nakoming worden geëist, maar ook géén schadevergoeding. Of de tekortkoming te wijten is aan overmacht is echter afhankelijk van alle feiten en omstandigheden.

De omstandigheden waaronder de schuldenaar niet de gevolgen van de tekortkoming draagt, worden ingevuld aan de hand van de wet, de rechtshandeling of (bij gebreke daarvan) aan de hand van ‘de verkeersopvattingen’. Het antwoord op de vraag of er sprake is van overmacht zal dan ook afhangen of de tekortkoming naar de in het verkeer geldende opvattingen niet kan worden toegerekend aan de schuldenaar.

Hierbij speelt mee of er sprake is van bijvoorbeeld een overheidsmaatregel, er een andere oplossing mogelijk is of het voorzienbaar was dat de overeenkomst niet nagekomen kon worden.

Voorzorgsmaatregelen als overmacht?

Een beroep op overmacht wegens een verhindering om na te komen wegens een overheidsmaatregel vormt een ‘absolute onmogelijkheid’. Er kan ook sprake zijn van zogenaamde ‘relatieve onmogelijkheid’. Bij relatieve onmogelijkheid is de schuldenaar nog wel in staat om na te komen, maar is nakoming zo nadelig dat het in redelijkheid niet van de schuldenaar kan worden gevraagd.

Dit betekend dat – wederom afhankelijk van de omstandigheden van het geval – het nemen van voorzorgsmaatregelen (wegens kans en risico’s op verspreiding) een beroep op overmacht zou kunnen rechtvaardigen.

Na de (tijdelijke) overmachtssituatie

Is de grond voor een geslaagd beroep op overmacht komen te vervallen en is de overeenkomst nog opeisbaar, dan zal de schuldenaar gehouden zijn om (vanaf dat moment) alsnog na te komen. Vanaf dat moment kan de schuldeiser zijn aanspraken uit de overeenkomst weer opeisen, wanneer deze nog bestaan.

Zag de overeenkomst echter op een concert of geboekt evenement op een bepaalde datum, dan heeft dat (mogelijk) geen doorgang kunnen vinden wegens een overmachtssituatie. Overmacht schort de overeenkomst niet op; de overeenkomst is simpelweg niet afdwingbaar – de schuldeiser heeft na het evenement (dat wegens overmacht niet doorging) in beginsel geen aanspraken meer. De tegenprestatie -zoals een betalingsverplichting van de schuldeiser- (dus de niet in overmacht verkerende partij) blijft in beginsel bestaan, echter:

Ontbinding van een overeenkomst

Een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst (wanprestatie), rechtvaardigt de ontbinding van een overeenkomst, tenzij de wanprestatie “gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt”. Bij ontbinding van een overeenkomst moeten de prestaties, die in het kader van de overeenkomst al zijn verricht, worden “teruggedraaid”. Vaak zullen er meerdere rechten en plichten uit een overeenkomst voortvloeien. Wanneer slechts een deel van de overeenkomst niet wordt nagekomen, is ook gedeeltelijke ontbinding mogelijk,  waardoor de rest van de overeenkomst gewoon blijft bestaan.

Beroep op opschorting

Los van een beroep op ontbinding, zou een schuldeiser een beroep op opschorting van zijn (contractuele) verplichtingen kunnen doen (art 6:262 BW). Dit recht kan in de overeenkomst of Algemene Voorwaarden worden uitgesloten.

In uitzonderingssituaties kan dit echter (ook) strijdig zijn met de ‘redelijkheid en billijkheid’. Gedacht kan worden aan de situatie dat een partij in tijdelijke overmacht van (voorzienbare) korte duur verkeert en wellicht zelfs bereid is zekerheid of alternatieven te bieden, terwijl de opschorting van de nakoming onevenredig grote schade veroorzaakt bij de in overmacht verkerende partij.

Conclusie

Of een bepaalde situatie een beroep op overmacht óf ontbinding rechtvaardigt, zal (mogelijk) uiteindelijk door een rechter beoordeeld moeten worden. Ook voor een beroep op opschorting geldt dit. Hoewel overmacht de nakoming (en schadevergoeding) van de in overmacht verkerende partij uitsluit, sluit dit de (gedeeltelijke) ontbinding of opschorting van de overeenkomst mogelijk niet uit.

Advocatenkantoor The Legal Department

Heb je hulp en ondersteuning nodig rond de civiele of arbeidsrechtelijke gevolgen van het coronavirus, neem dan vooral even geheel vrijblijvend contact met ons op en laat je overtuigen van de toegevoegde waarde van The Legal Department.

Meer informatie over onze specialisaties:

Arbeidsrecht | Ondernemingsrecht |  Huurrecht | Contractenrecht | Algemeen civiel | IE, internet & privacy | Franchise- en mededingingsrecht | Procesrecht | Mediation